De Deur in Huis

Toen Daan in het tweede jaar van zijn studie Built Environment stage ging lopen bij De Deur in Huis, wist hij nog niet of hij überhaupt architect wilde worden. Maar aan het eind van zijn stage was hij eruit: ‘Toen ik zag hoe ze hier contextgericht ontwerpen, met oog voor detail, en hoe ze ontwerpkeuzes maken, dacht ik: dit wil ik worden.’ Daarom begon hij in september 2025 aan de Academie van Bouwkunst in Groningen.

Het vinden van een bureau waar hij gedurende de studie als architect in opleiding aan de slag kan, was niet ingewikkeld. De Deur in Huis stond wagenwijd voor hem open. Hoewel het bureau niet had stilgestaan en er nieuwe mensen bij waren gekomen, waren er ook dingen niet veranderd: ‘De sfeer en de manier waarop we samen een opgave aanpakken, en hoe iedereen zich daarin vastbijt, is hetzelfde gebleven.’

Daan heeft gemerkt dat er een opvallende gemene deler is binnen in het team van De Deur in Huis: ‘Iedereen gaat er echt vol voor en wil er het beste van maken. Elk project moet weer beter worden. Dat vind ik heel bijzonder om te zien, ook omdat ik weet dat het niet overal zo gaat.’ Die ambitieuze houding bevalt hem wel. ‘We zijn misschien vakfanaten. Je moet er meer voor doen als je zo werkt, maar uiteindelijk zie je deze inzet in het behaalde resultaat terug.’

De Deur in Huis werkt regelmatig in het Groninger aardbevingsgebied, voor Daan zijn dat interessante opgaven. ‘Het zijn projecten waarbij je een heel ander traject doorgaat dan gebruikelijk. Je ziet het in de provincie op veel plekken misgaan, maar ik denk dat er voor ons als architecten veel kansen liggen om er iets moois en beters van te maken.’

Daan vindt de creatieve kant van het vak leuk: ontwerpen met oog voor de gebruiker én voor de esthetiek. Maar ook het analyseren en onderzoeken van de context waarbinnen je bouwt, doet hij graag: de historie en het gebruik van een plek. ‘Vervolgens probeer je het even goed, of zelfs béter terug te brengen dan het was.’ Ontwerpen is altijd een kwestie van zorgvuldig afwegen, weet hij. ‘Het is een trechter die steeds smaller wordt, daaruit komt uiteindelijk je ontwerp. Zo maak je de opgave steeds concreter voor jezelf, dat vind ik leuk.’

Als architect kun je met wat je ontwerpt iets voor de maatschappij betekenen. ‘Daarom heb je liefde nodig bij het ontwerpen, en de zorgvuldigheid om alle varianten langs te gaan, om zo te komen tot het beste wat je kunt bedenken. En je moet een kritische houding hebben, richting jezelf en anderen. Want het staat er misschien wel 50 tot 100 jaar – dan moet het ook goed zijn.’