De Deur in Huis

Cultuurcluster “De Molenberg”

Delfzijl

JAAR2020

TYPEEuropese aanbesteding

OPDRACHTGEVERGemeente Delfzijl

SAMENWERKINGBennetts Associates

VOOR DELFZIJL EN HAAR INWONERS,

Wat een verademing, dat in een tijd van culturele verwaarlozing en onverschillige ruimtelijke ordening Delfzijl de realisatie van een cultuurcluster aangrijpt om de historische structuur van het oude vestingshart weer kracht bij te zetten. Delfzijl druist daarmee niet enkel in tegen een aantal verontrustende maatschappelijke ontwikkelingen, maar geeft juist mede vorm aan een kentering die de argwaan tegen ontwerp en cultuur weer langzaam ontstijgt: de viering van het stedelijk leven met publieke programma’s en ruimtes.

Voor sommigen misschien een onverwachte wending, maar wie de tijd een aantal decennia terugdraait ziet hoe vanzelfsprekend deze ontwikkeling is. Delfzijl was een centrum van handel en cultuur, innig verweven met het water en door de strategische ligging een plaats van betekenis in de wateren van Noordwest-Europa. De regio’s werden niet bepaald door het land, maar door het water en in Delfzijl leeft nog altijd een sterk verlangen naar dat perspectief, zelfs nu het huwelijk tussen stad en water de meeste glans heeft verloren. Tijdens evenementen als Delfsail zien we de ware aard van de ‘Delfzielsters’ en ontstaat er een heus volksfeest.

Download de visie: Cultuurcluster “De Molenberg” 

de verbinding tussen stad en water

De strategische plek en handelsgeest maakten de Delfzijlsters harde werkers en echte nuchtere Groningers. Deze no nonsense-houding voorzien we ook als vertrekpunt voor het cultuurcluster, ondanks de ogenschijnlijk verrassende transitie die de stad heeft ingezet: een toegankelijke vesting, zoals het treffend in de leidraad staat, die de glans van Delfzijl herstelt. We zien een gebouw van Delfzijl, waar Delfzielsters zich in herkennen, waar ze trots op zijn; een robuust en stevig gebouw ook, passend bij de plek, op het snijvlak van stad en water. Een stoer en laagdrempelig gebouw, zo stellen we het ons voor, dat cultureel Delfzijl in breedste zin omarmt; blik op de zee, maar met beide benen op de grond. Omdat de opgave niet alleen cultureel maar ook stedenbouwkundig van aard is, heeft het project een cruciale positie in de culturele infrastructuur van de regio Delfzijl. Zowel programmatisch als ruimtelijk speelt het cultuurcluster een sleutelrol; tussen stad en omgeving, net als tussen theater, bibliotheek, voorzieningen en openbare ruimte.

Andersom moet het programma zich ruimtelijk naadloos in de historische context van de Delfzijlse vesting voegen, sterker nog, het zal een historische plek weer moeten ‘maken’, inspelen op de aanwezige kwaliteiten, ervan gebruik maken, erop voortbouwen en ze versterken. Juist door een evidente opzet binnen de stedelijke context kunnen we het cluster laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen maken; kunnen we het podium van het stedelijk schouwspel overtuigend verbinden met de theatrale uitspattingen van de late uren – kunnen we het formele en voorname karakter van de theatrale context koppelen aan het dagelijks leven van de stad.

HET MOLENPAD

We voorzien een hedendaagse interpretatie van een historische en iconische stedelijke structuur, waarmee we het maritieme, rijke verleden van Delfzijl weer kracht kunnen bijzetten. Het cultuurcluster wordt een plek met aantrekkingskracht op elke Delfzielster, misschien zelfs op een grotere regio. Het terugbrengen van het Molenpad vormt de drijvende kracht achter de positionering van de bouwmassa’s, net zoals het ooit een levensader was voor de molen en Delfzijl.

Deze basisingreep leent zich voor een ensemble van gebouwen en plekken, een aantal ruimtes en ijkpunten waardoor een sequentie van opeenvolgende pleinen ontstaat die het centrum weer overtuigend met de Oude Schans en het water verbindt. Niet alleen brengen we daarmee het stedelijk weefsel weer op orde, ook ontstaan er mogelijkheden voor een nieuwe relatie tussen de openbare ruimte van de stad en de publieke delen van het cultuurcluster. Het Molenpad promoveren we tot een theaterplein voor culturele activiteiten en evenementen; een stedelijke kamer waar het dagelijks leven onderdeel wordt van de voorstelling.

Gebouwmassa

Met het draaien van het programma komen de foyer en de publieke ruimtes aan het theaterplein te liggen, waardoor er zicht is op de functies, de relatie tussen binnen en buiten vloeiender wordt en het plein voor wisselende activiteiten of als buitenfoyer gebruikt kan worden. Ook zorgt deze indeling intern voor een helder beeld; de grote zaal staat centraal en de kleine zaal presenteert zich naar het Molenbergplein, terwijl de conferentieruimtes zich op de verdieping bevinden en afzonderlijk kunnen worden ontsloten aan de Oude Schans. Voor de cursusruimtes bij de bibliotheek geldt dat eveneens.

De logische draaiing van het programma zorgt er tevens voor dat we een aantal belangrijke contextuele uitgangspunten kunnen realiseren. In de configuratie van bouwvolumes speelt de omvang en hoogte van de theatertoren een precieze rol. We plaatsen de toneeltoren meer in de tweede lijn, midden in het bouwblok, zodat deze ondergeschikt is en nauwelijks zichtbaar vanaf straatniveau. Op stedenbouwkundig niveau doet de toren mee in het spel van bouwvolumes, dakvormen en herkenningspunten, maar verstoort deze de positie en importantie van stedenbouwkundige gewichtige accenten zoals de kerktoren of de molen niet, werpt evenmin een schaduw op de kleine kavel en volumemaat van de bebouwing richting de Oude Schans. De toren toont zich op lange zichtlijnen, vanaf het Molenbergplein, de aanrijroute via de Marktstraat of het uitkijkpunt op de dijk. Op dit niveau speelt de toren een signaalfunctie, een die past bij de plek tussen stad, vesting en water en die overeenkomstig met karakter en gepaste, stevige materialen vormgegeven kan worden.

STEDELIJK SCHOUWSPEL

Het theaterplein wordt geflankeerd door de ontvangstruimtes en de foyer van het theater als ook door de bibliotheek. De buitenkamer verbindt beide functies en creëert mogelijkheden voor een scenische ruimte die de wisselwerking tussen theater en bibliotheek faciliteert. Hier ontstaat een spannende relatie tussen toevallige passanten, aanschouwers, toeschouwers en beschouwers.

Spelen we met het perspectief dat zo’n stedelijke ruimte teweegbrengt dan brengt dat bovendien het klassieke schouwspel van het Teatro Olimpico in herinnering. Het stedenbouwkundig ensemble en de voorziene functies ondersteunen het idee van een sterke plint en formele toegangspoort, een symbolische maar ook ruimtelijke ingreep waarmee we de samenhang tussen de functies versterken en de vorm en positie van het Molenpad als het podium van de stad benadrukken. De waterpoort had altijd al een bijzonder aantrekkingskracht voor Delfzijl, opnieuw kan een poort als culturele landmark de bijzondere positie van het ensemble markeren: van bolwerk naar open huis met stedelijke schouwspel.

plein de molenberg

De plint is zo veel mogelijk transparant van karakter, zodat publieke voorzieningen en functies direct op de omringende stedelijke ruimte zijn georiënteerd. Arcades die het theaterplein begeleiden zorgen voor een dramatische en coulissen-achtige werking, waarmee een geleidelijke overgang van het stedelijk toneel naar de fictie van de theater- en boekenwereld ontstaat. Het stadsleven stroomt het cultuurcluster in, terwijl het podium en het schouwspel tot in het openbare leven reikt.

Aan alle zijden moet de cultuurwereld toegankelijk en te betreden zijn; vanuit het Molenbergplein, het tot theaterplein omgedoopte Molenpad, maar ook vanuit de Oude Schans. Het cultuurcluster wordt zo niet een te bestormen gebouw, maar onderdeel van een stedelijke structuur waarin verschillende culturele functies elkaar kunnen versterken. Zonder de beheersbaarheid uit het oog te verliezen, is de doorstroming van het complex met publiek het meest relevante vertrekpunt voor een geloofwaardige vervlechting tussen het cultuurcluster en de plattegrond van de stad.

familie van gebouwen

Omdat we nadrukkelijk een ensemble vormgeven, voorzien we het ontwerp als een ‘familie’ gebouwen, organisatorisch niet volledig verbonden en identiek, maar duidelijk verwant, ook al zijn de verschillende onderdelen uiteenlopend van aard. In de plint en poort zal de samenhang sterk zijn, de opbouw van de verdiepingen zal afhankelijk van het programma verschillen in hoogte, volume en de mate van gevelopeningen. De rijke historische context sorteert daarbij voor op een gepast maar veelzijdig architectuuridioom; klassiek georiënteerde bebouwing die wordt afgewisseld met typisch Hollandse baksteenbebouwing uit de twintigste eeuw. Het maritieme karakter van de haven ligt bovendien om de hoek, wat krachtige en kloeke vormgegeven volumes inspireert. Programmatisch moet met de gebruikers worden onderzocht in hoeverre verbinding, samenhang, uitwisseling, toegankelijkheid en beheersbaarheid gewenst zijn.

ruimte voor de toekomst

De kleine zaal richt zich op het Molenbergplein en bij een mogelijke aanschaf of sloop van Atlantic City kan deze publieke uitstraling en het uitnodigende front versterkt worden. Een groot venster achter het podium zou de molen kunnen inkaderen en de toneelwereld nog beter zichtbaar maken. De kleine zaal zou een directe relatie met de molen kunnen aangaan, maar een uitbreiding aan deze zijde voor kleine programmering is ook mogelijk. Door de kleine zaal juist op het Molenbergplein te richten kunnen we gemakkelijk een brug slaan tussen kleine en middelgrote programma’s en andere culturele evenementen op het plein. In welke vorm dan ook, toekomstige uitbreiding of heroriëntatie versterkt het plein en creëert de mogelijkheid om de molen vrijer aan het plein te plaatsen. Voor de bibliotheek geldt een vergelijkbaar scenario. Het publieke programma wordt zo veel mogelijk op de begane grond gerealiseerd, met daarboven ruimte voor appartementen. Mocht het complex ook hier aan de pleinzijde kunnen groeien, dan is uitbreiding van de bibliotheek mogelijk of een aanvulling met andere culturele functies, die het plein als centrum van het uitgaansgebied nog verder activeert.

de oude schans

Aan De Oude Schans hoeven we dankzij de draaiing van het programma geen grote functies in een klein aanzicht te duwen, maar kunnen we de maat en schaal van de historische bebouwing als vertrekpunt nemen voor de programmatische invulling aan deze zijde. Bijkomend voordeel is dat we de rooilijn kunnen laten teruglopen, waardoor het historisch aanzicht van het voormalig gemeentehuis weer een prominente plek aan de Oude Schans krijgt. Voorzieningen die bij de foyer en horeca passen krijgen een plek langs de gevel aan deze voormalige vestinggrens, verderop bij de toneeltoren opgevolgd door de artiestenfoyer en kleedruimtes. De conferentie- en cursusruimtes op de verdieping passen goed bij de schaal van de Oude Schans en complementeren het uitgangspunt om een ‘gesloten theaterstraat’ aan deze historische route te voorkomen.

Aan de zijde van de Oude Schans zouden bibliotheek en theater zich nog nadrukkelijker als eenheid kunnen presenteren, verbonden op de verdieping, een straatwand waaruit enkel op de begane grond een poort is uitgehakt naar het theaterplein. Het verloop van de Oude Schans, het historische profiel als ook de kavelmaat en volumeopbouw bieden een prikkelende context voor het complex aan deze zijde. Een vergelijkbare stedelijke structuur kunnen we niet realiseren, maar een gesloten, gevarieerde en in uitstraling rijke straatwand levert een geschikte referentie. Publieke en semipublieke functies op de verdieping leggen bovendien een relatie met het water, zicht op de haven, een buitenterras dat letterlijk een brug slaat tussen beide gebouwen kan een panorama bieden op de stad aan het water.

logistieke stromen

Aan de ene kant is het programma publiek en zien we een openbaar gebouw dat transparantie, toegankelijkheid, overzicht, functionaliteit, vermaak en saamhorigheid als kenmerken heeft. Aan de andere kant moet het complex functioneren als een geoliede machine, een stedelijk bedrijf waarin techniek, materiaal, medewerkers, bezoekers en artiesten allemaal verschillende routes afleggen – routes die elkaar deels overlappen, met elkaar verweven zijn, maar die tot op zekere hoogte ook van elkaar gescheiden moeten zijn. Hoewel het publiek niet elk onderdeel van de machinerie ervaart, lijkt de organisatie van deze voorstellingenmachine op zichzelf al op een voorstelling – hetzij op stedelijke schaal. Om de theatrale ambiance van het complex fatsoenlijk op stedenbouwkundig niveau te organiseren, grijpen we de verschillende zijden aan voor specifieke oplossingen.

De draaiing van het programma zorgt naast het representatieve front richting Molenpad en plein ook voor een nauwkeurig ingepaste logistiek van laden en lossen. Tussen de bestaande bebouwing en het cultuurcluster is voldoende ruimte voor een verantwoorde afwikkeling; er ontstaan korte lijnen met zowel de grote als de kleine zaal, maar nog belangrijker is dat we door deze ingreep de gevels aan de Oude Schans levendig kunnen programmeren, passend bij de schaal en functionele gelaagdheid van deze voormalige vestinggrens.

samen feesten

Zien we het cultuurcluster als een stedenbouwkundige ingreep, dan durven we misschien verder te denken dan het gegeven programma. Door de specifieke plaatsing van de zalen, foyers, entrees en tussenruimtes, sluiten we aan op de stedenbouwkundige uitgangspunten van de gemeente, maar bouwen we ook voort op de potentie die de ingreep en het programma met zich meedragen. Aan de kwaliteit van het Molenbergplein als uitgaansgebied kunnen we lagen toevoegen, mocht de stad dat ambiëren. Ruimtelijk zowel als visueel voorzien we een relatie tussen het culturele programma, de voorstellingen en de activiteiten ophet plein. Ontwerpen we deze zijde slim, dan kunnen we zelfs het culturele programma en het plein echt met elkaar verweven, door zomers voorstellingen naar het plein te verplaatsen. Hiermee versterken we niet alleen de uitstraling van het uitgaansplein maar verrijken we de levendigheid eveneens.

Durven we nog verder te kijken, richten we onze blik zoals voorzien op het water, dan ontstaan kansen waarmee het verband tussen stad, water en cultuur daadwerkelijk innig wordt, waar het ons tenslotte om te doen was. We komen terug op de stedenbouwkundige essentie van de ingreep, het ensemble rondom het teruggebrachte Molenpad, waarmee we de stad weer aan de haven leggen. We doen dat overtuigend – want pas dan reikt het schouwspel tot over de dijk en is het water ons theater.

Bronnen: luchtfoto – Google Maps.com, luchtfoto – Eemskrant.nl, Foto Molenpad – Beeldbank Gemeente Eemsdelta, Waterpoort Delfzijl – Beeldbank, Borchert Vos, Groninger Archieven, Foto Oude Schans – Beeldbank Gemeente Eemsdelta, Pura Vida festival – Oldambtnu.nl