De Deur in Huis

Tijdens een vragenronde over toekomstige beroepskeuze, in groep vijf van de lagere school, bedacht Emiel dat hij architect wilde worden. Hij koos na de middelbare school dan ook, zonder lang nadenken, voor de HTS-opleiding Bouwkunde. Toch was hij nog niet volledig overtuigd van wat het architectenvak hem te bieden had. Een masterstudie Architectuur aan de TU Eindhoven gaf hem de definitieve bevestiging. Bevlogen docenten vertelden goede verhalen, excursies lieten hem wereldse architectuur zien en hij ontwikkelde er zijn analytisch denkvermogen.

Die analytische, onderzoekende manier van denken ziet hij ook terug in het bureau dat hij in 2017 oprichtte. ‘Een ontwerp is bij ons geen trucje, en ook niet iets dat je puur op gevoel doet en waarbij je de uitkomst moet afwachten. Het is zorgvuldig samengesteld, de verschillende mogelijkheden zijn afgewogen en er is net zo lang op gebroed tot je hét idee hebt dat je plan afmaakt.’ Zo’n plan hoef je mensen uiteindelijk dan ook niet meer uit te leggen: ze zien het gewoon.

Als ontwerper houdt Emiel van complexe opgaven en organisatorische puzzels, zoals bij een gebouw waarin verschillende functies samenkomen. Hij weet daarin het overzicht te houden en kan elementen bij elkaar brengen. Ook bij het vinden van oplossingen voor problemen op een hoger schaalniveau, zoals in een stedenbouwkundig plan, komt hij goed tot zijn recht. ‘Ik deel ook graag mijn kennis met anderen, bijvoorbeeld in een samenwerking met andere partijen. Ik merk dat ik daar voldoening uit haal.’

De Deur in Huis is nog altijd een jong bureau, maar staat intussen stevig. ‘Iedereen is ambitieus, en de dingen die we doen, willen we goed doen – het liefst nog beter. En we zijn kritisch, op onszelf en op wat we om ons heen zien. We voelen de noodzaak om kwaliteit te leveren, dat is een absolute kracht van ons team.’

Emiel beseft dat hun omgeving mensen blijer kan maken – bewust of onbewust. Met een mooi detail of met kleur, licht of vorm, kun je als architect de wereld iets goeds geven. ‘Soms vraag ik me af: waarom moet het allemaal zo kaal, sober en snel? Als je de tijd neemt, liefde en aandacht in je ontwerp brengt, en iets meer kleur, dan geef je mensen een goed gevoel op de plek waar ze komen.’